Vloerisolatie
Met een geïsoleerde vloer voelt uw huis prettiger aan. De isolatielaag houdt koude lucht en vocht uit de kruipruimte tegen en de warmte in uw huis blijft beter hangen. Daar kan geen pantoffel tegenop!
Geen kruipruimte?
Een betonnen ondervloer? Dan kunt u alleen ‘van bovenaf’ isoleren met bijvoorbeeld OSB-platen of underlayment waarop u tapijt, parket, een houten vloer of tegels legt.
Let op, isoleer een houten ondervloer niet van bovenaf als er geen kruipruimte is, i.v.m. kans op vochtproblemen.
Kruipruimte lager dan 35 cm?
Dan kunt u kiezen voor ‘uitgraven’, zodat er kruipruimte ontstaat en u de onderkant van de vloer kunt isoleren òf u kiest voor bodemisolatie (volspuiten) met bijvoorbeeld schelpen, polystyreen (tempex) chips of bodemparels.
Een kruipruimte hoger dan 35 cm die niet toegankelijk is?
Toe aan een nieuwe vloerbedekking? Wellicht kunt u een stuk van de houten ondervloer verwijderen om toegang tot de kruipruimte te krijgen óf kiezen voor bodemisolatie. ‘Van bovenaf’ isoleren kan ook, mits er sprake is van een droge, goed ventilerende kruipruimte.
Een toegankelijke kruipruimte?
Isolatiemateriaal tegen de onderkant van de vloer levert zeer goede isolatiewaarden op. Bijvoorbeeld thermoskussens, platen van kurk, houtvezel, vlas, EPS, schuim, glas- of steenwol.
Bij bodemisolatie wordt het isolatiemateriaal aangebracht op de bodem van de kruipruimte. Bodemisolatie isoleert minder, maar kan een uitkomst zijn als de kruipruimte niet hoog genoeg is of als er vochtproblemen zijn in de kruipruimte.
Er zijn verschillende manieren om uw vloer te isoleren. De aanpak hangt af of er wel of geen toegankelijke kruipruimte is, het type ondervloer én of u wel of niet toe bent aan nieuwe vloerbekleding.
Meer zelf doen
Waterbesparende douchekop
